
Inmiddels hebben 133 van de 200 aiossen van het Utrechtse ziekenhuis een account gemaakt, vertelt Wilhelm. ‘Wij kunnen niet zien hoe vaak er daadwerkelijk gebruik van wordt gemaakt, maar uit gesprekken met aiossen en opleiders maak ik op dat veel aiossen ermee aan de slag gaan, zeker met de ‘Maak een CAT’- module.’
Minder groot is het enthousiasme voor een tweede module van de applicatie, bedoeld om een CAT te uploaden naar een centrale database. Wilhelm: ‘Die hebben we gemaakt om waardevolle informatie uit een CAT ook voor anderen toegankelijk te maken. Maar uploaden kost tijd, en aiossen zijn bang dat hun werk misschien niet goed genoeg is of juist door anderen wordt gekopieerd.’ Om aan deze bezwaren tegemoet te komen, kunnen aiossen voortaan simpelweg een PowerPoint aan de bibliotheek sturen; die zorgt vervolgens voor het uploaden. Ook mogen zij zelf beslissen hoe openbaar hun CAT wordt: alleen toegankelijk voor de eigen opleidingsgroep, alleen voor artsen in het eigen ziekenhuis of voor artsen in alle deelnemende instellingen.
Inmiddels heeft GGz Centraal in Midden-Nederland zich bij het initiatief aangesloten. Het Medisch Centrum Leeuwarden volgt in januari en – zegt Wilhelm – acht andere instellingen willen met het systeem gaan proefdraaien: ‘Het zou mooi zijn als eind dit jaar tien instellingen met ons meedoen.’ Ziekenhuizen kunnen natuurlijk ook zelf een applicatie bouwen, maar dat zou jammer zijn, zegt Wilhelm: ‘Het is nadrukkelijk onze bedoeling om dit samen met andere instellingen verder te ontwikkelen. Dat is veel efficiënter en handiger dan in je eentje.’
Joost Visser
In: Medisch Contact 11 januari 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten